Meneer De W. was een oorlogsveteraan. Zijn gezondheid wankelde, hij had suikerziekte en last van zijn hart. Ik hield zijn bloedwaarden goed in de gaten en zorgde dat hij niet te zout, kaliumarm en niet te veel suiker at. Ondanks zijn ouderdomsperikelen was meneer De W. altijd vrolijk en positief. Ook op hoge leeftijd, hij was 92 jaar, probeerde hij bij te blijven bij moderne ontwikkelingen. Zo liet hij een gloednieuwe, grote airfryer komen.
”Meneer De W., u krijgt iedere dag een maaltijd van Ephros. Waar heeft u die airfryer dan voor nodig?”, vroeg ik.
“Gewoon. Dingen uitproberen. “ zei hij met een glimlach. Zijn Indische ogen glinsterden ondeugend.
Meneer De W. was eenzaam en vanwege slechte mobiliteit kwam hij bijna nooit meer buiten. Op mijn vrije dag heb ik hem een keer meegenomen naar een oriëntaalse supermarkt. Hij kende deze winkel niet, keek zijn ogen uit en vertelde mij op zijn bevlogen manier van alles over de oriëntaalse producten. Zo ontstond tussen ons een bijzondere band en werd deze middag voor meneer De W. een echt uitstapje en voor mij een educatieve oosterse les.
Veteranendag was altijd een enorme happening voor meneer De W. Drie, vier maanden voor de grote dag begonnen de gezonde zenuwen. Dan haalde hij zijn uniform en baret uit de kast. Insignes en knopen werden gepoetst en met trots liet hij dan zijn keurig gestreken uniform aan me zien. Dan kwamen ook de foto’s van vroeger op tafel en vertelde hij zijn verhalen. Ik moest natuurlijk verder met de maaltijdenbezorging, maar uit respect en beleefdheid, maar tegelijkertijd ook uit oprechte interesse, liet ik hem zijn verhaal vertellen.
In 2017 vroeg meneer De W. mij of ik hem wilde begeleiden tijdens Veteranendag. Natuurlijk wilde ik dat. Ik vond het een enorme eer dat hij mij dat vroeg. We zouden naar het defilé gaan kijken en daarna de bekende ‘blauw hap’ (Indonesische maaltijd) halen in de grote tent op het malieveld, waar hij nog een handje van zijn oude kameraden zou ontmoeten. Toen ik hem die ochtend ophaalde stond hij al trots te wachten in zijn inmiddels veel te grote colbert. Hij was door de jaren heen behoorlijk wat gekrompen.
”Ik zal volgend jaar uw colbert laten vermaken zodat het beter past.” zei ik. Zo’n groot mens moest in mijn ogen ook een passend colbert hebben. Hij keek naar zijn colbert en haalde alleen glimlachend zijn schouders op. Typisch meneer De W. Altijd positief en hij klaagde nooit.
Wat was ik trots dat ik naast hem zat op de eretribune, waar hij mij van alles vertelde over de voorbij komende divisies.
In december 2018 begon de gezondheid van meneer De W. erg te schommelen. Zijn glimlach werd minder. Zijn ogen straalden niet meer zo. Toen dit twee á drie weken aanhield, begon ik me ernstig zorgen te maken. Hij begon slecht te eten en lag meer in bed dan dat hij aan zijn vertrouwde keukentafeltje zat. Zijn enthousiasme en spontaniteit doofden als een kaars. Toen ik zijn buurvrouw sprak vertelde zij mij dat in december vier jaar geleden zijn vrouw was overleden. Daardoor was hij in december altijd depressief. Door de jaren heen vertelde meneer De W. altijd bijzonder liefdevol over zijn echtgenote, maar hij had mij nog nooit verteld dat zij in december van hem was heen gegaan. Op een vrijdag in die voor hem zo donkere decembermaand is meneer De W. opgenomen in het ziekenhuis. Op maandagochtend kreeg ik te horen dat hij in het ziekenhuis was overleden aan een hartstilstand. Toen de wereld op dat moment even onder mijn voeten weggleed, hoorde ik mezelf tegen mijn vrouw zeggen: ‘meneer De W. is deze kerst weer herenigd met zijn lieftallige echtgenote.’
Meneer De W., ik ben er trots op dat ik u heb mogen leren kennen en u van een dagelijkse maaltijd mocht voorzien. Ik mis u enorm. Ik vind het spijtig dat u niet alleen een oorlogsveteraan was, maar ook een veteraan die de laatste jaren van zijn leven in eenzaamheid heeft doorgebracht.