Ik had net de maaltijden bij een cliënt gebracht toen ik bij de parkeerplaats van de flat een oude meneer zag lopen. Hij had duidelijk moeite met lopen. Ik dacht bij mezelf: als je zo moeilijk kan lopen, moet je wel heel erg van wandelen houden!
Verderop in die week kwam ik weer op hetzelfde adres en stond ik met dezelfde meneer in de lift. “Volgens mij houdt u van wandelen”, zei ik. Het viel me nu op dat meneer behoorlijk op leeftijd was. “’Houd op, scheid uit”, antwoordde meneer. “Mijn vrouw is opgenomen in een verpleeghuis hier vlakbij. Ze is helemaal de kluts kwijt. Mijn auto is kapot en is nu bij de garage. Ze weten niet wat er aan de hand is. Maar ik móet naar mijn vrouw toe, dus ik moet dat stukje lopen. Ze is de kluts kwijt, maar mij herkent ze nog.”
Ik bedacht me wat een ontzettend nare fase dit is. Beiden beseffen dat het niet zo lang meer duurt tot zij haar echtgenoot niet meer herkent. Om maar niet te spreken over de hulpbehoevendheid van meneer als mevrouw bijvoorbeeld nog haar taken in de huishouding had etc. Wat een intens verdrietige situatie voor alle betrokkenen.
“Maar dat is nog best een eind lopen!”, zei ik. “U loopt moeilijk zag ik van de week. Weet u wat, ik rij langs dat verpleeghuis. U kunt met mij meerijden, dan zet ik u daar af.” “Als dat kan, zou ik u heel dankbaar zijn”, antwoordde meneer.
Eenmaal in de auto vroeg ik hoe het met zijn vrouw ging. Hij vertelde mij het hele verhaal wat gepaard ging met een hartverscheurende hoeveelheid tranen. We arriveerden bij het verpleeghuis. “Ik dank u honderd maal, u heeft me heel erg geholpen. Ik ben u heel dankbaar. Dank u , dank u”, zei meneer door zijn tranen heen. Ik zette hem bij de ingang af en gaf hem aan niet meer verdrietig te zijn, want hoe dierbaar is het dat zijn vrouw hem nog herkent en zij wacht op haar lieve, vrolijke echtgenoot. Ik vroeg hem nog op welk huisnummer hij woont en beloofde hem dat ik vrijdag zou aanbellen om te checken of zijn auto inmiddels was gemaakt. Zo niet, dan zou ik hem weer meenemen en afzetten bij het verpleeghuis. Voor mij geen enkele moeite, ik kom immers vier dagen per week bij zijn buren. Meneer stapte uit en bleef me zwaaiend bedanken.
Wat ontzettend triest toch als je op zo’n hoge leeftijd op deze manier gescheiden moet worden van je partner. En niemand die er stil bij staat in wat voor een stille nare situatie de ander thuis achter blijft en wat voor psychische gevolgen dit alles heeft. Zij herkent hem gelukkig, maar is wel de kluts kwijt. Maar hij niet…